Brieven aan de eerw. heer S: Zevende brief

John Newton Brieven en bijbels dagboek

WAARDE VRIEND,

Ik was niet thuis toen uw brief kwam; maar ik neem de eerste de beste gelegenheid waar om u te bedanken voor het vertrouwen dat u in mij stelt. Van mijn voorspraak  (als ik kan bidden) kunt u verzekerd zijn. Wat mijn advies betreft, ik zie niet in dat u in uw geval veel advies nodig hebt. Gedraag u slechts als een gehoorzaam kind en leg u nederig en geduldig aan de voeten van de Heere. Hij is de beste Vriend en Leidsman in deze zaken, want Hij heeft de sleutel om alle harten te openen. Ik zou de brief van de heer Z- niet voor een weigering hebben aanzien, zoals u blijkbaar hebt gedaan. Gezien de jaren van de twee partijen, en de andere omstandigheden, zou een voorzichtige vader onmogelijk meer kunnen zeggen als hij van plan was uw doel te steunen. Het lijkt me dat uw zaak er niet slecht voorstaat.

Maar ik weet dat het eigen ‘IK’ in dit soort zaken weinig van uitstel wil weten. Het wil direct op het punt komen waar het wil zijn. Het geloof daarentegen zal, wanneer het de vrijheid krijgt zich te laten horen, zeggen dat het voor de juiste genieting van tijdelijke zegeningen, en om de hand die ze ons meedeelt duidelijker op te merken, heel nuttig is als er een tijd van wachten en bidden aan voorafgaat. Wereldse mensen willen hun plannen haastig en snel voltooien en verwachten dat het voorwerp van hun verlangen vanzelf en zonder moeite in hun handen valt. Als zij daarin slagen, geven zij vaak zichzelf de eer en zeggen: Ik heb dit gedaan! Maar de gelovigen stuiten op hindernissen en teleurstellingen die hen ervan overtuigen dat als zij ooit iets verkrijgen, het de Heere is die het hun genadig schenkt. Het is om deze reden, zoals ik herhaaldelijk heb opgemerkt – dat de Heere gewoonlijk onze verlangens en doeleinden schijnt te dwarsbomen, zelfs wanneer Hij van plan is ze achteraf te geven.

Zo worden we ons er meer van bewust dat we de goede afloop van onze zaken niet aan onze eigen wijsheid te danken hebben. We zien dan duidelijker dat Gods voorzienigheid heeft gezorgd voor het indammen van de rivieren en het verwijderen van de bergen die ons in de weg stonden. Wanneer Hij ons dan ons verlangen heeft gegeven, hoe heerlijk is het dan te kunnen zeggen, wijzend op het voorwerp van ons verlangen: “Ik heb dit niet verkregen door mijn zwaard of mijn boog, maar ik heb er in gebed om gestreden. Ik heb er in geloof op gewacht. Ik heb het in de hand van de Heere gelegd, en uit Zijn hand heb ik het ontvangen!” U hebt waarschijnlijk wel eens het verhaal gelezen van een van onze koningen die, als ik me niet vergis, een edelman als ambassadeur naar het buitenland wilde sturen. De gezant vroeg om vrijstelling van deze taak vanwege enkele binnenlandse aangelegenheden die zijn aanwezigheid vereisten. Maar de koning antwoordde: “U behartigt mijn belangen en ik de uwe.”

Vergeet niet dat de Heere op deze wijze tot u spreekt. U bent in de wereld gezonden voor een nobeler doel dan u te verbinden aan een vrouw. Wanneer de Heere echter niet wil dat u alleen bent, zal Hij u een metgezel geven. Ik zeg: als Hij het voor u het beste acht om te trouwen, dan heeft Hij de juiste persoon al in gedachten. En als zij in Peru of Nova-Zembla zou wonen, dan weet Hij hoe Hij u en haar bij elkaar kan brengen. Ga ondertussen verder en predik het Evangelie. Wees wakker in alle dingen; lijd verdrukking; doe het werk van een evangelist; wees ten volle verzekerd van uw dienst. En wanneer er andere gedachten in uw hoofd opkomen, want u hebt geen deur om ze helemaal buiten te sluiten, richt u dan haastig tot de Troon der Genade en vertrouw ze aan de Heere toe. Satan kan proberen ze u ontijdig en onregelmatig op te dringen. Maar als hij ziet dat ze u tot gebed drijven, zal hij zich er waarschijnlijk eerder van onthouden dan dat hij u de gelegenheid geeft om u zoveel goeds te doen.

En geloof ook dat zoals de beschikking van de persoon in de handen van de Heere ligt, Hij ook de tijd bepaalt. Zijn tijd is als de tijd van eb en vloed. Alle menselijke kunst en bekwaamheid kan dit geen moment versnellen of vertragen, men moet wachten. Er zal niets geschieden totdat de tijd van de Heere gekomen is. En als Zijn tijd komt, kan niemand die verhinderen. Het ongeloof spreekt van vertraging; het geloof weet dat zoiets niet mogelijk is. De enige reden waarom de Heere lijkt uit te stellen wat Hij later geeft, is dat de juiste tijd nog niet gekomen is. Ik weet dat het u gegeven is om uzelf en al uw belangen aan Hem toe te vertrouwen. Dat hebt u goed gedaan. De Heere geve u de nodige genade om uw woord te houden. Soms heeft Hij het genoegen ons op de proef te stellen, om te zien of wij werkelijk menen wat wij zeggen. Hij laat ons door Zijn voorzienigheid in omstandigheden terechtkomen die wij niet verwachtten – helaas is deze beproeving vaak tot onze schande!

Al snel ontstaat er in de ziel een heftig protest tegen Gods daden: Dit is verkeerd! – Dit is nergens voor nodig! – Hierdoor wordt het hele plan verijdeld! – Al deze dingen werken ons tegen!

Vervolgens gaan we naar de preekstoel, en vertellen de mensen hoe wijs en hoe goed de Heere is, en prediken hen dat onderwerping aan Zijn wil niet alleen een plicht is, maar zelfs een groot voorrecht! Helaas, hoe bedrieglijk is het hart! Aangezien dit het geval is en zal blijven, is het noodzakelijk dit door ervaring te ondervinden. Dan zullen wij beamen dat de Heere goed en wijs is omdat Hij onze verkeerde gedachten verdraagt. En door de uitkomst toont Hij aan dat, als Hij naar onze ontevreden klachten had geluisterd, en met ons de wegen had bewandeld die wij Hem wilden voorschrijven, wij waarlijk ongelukkig zouden zijn geweest. Dan kunnen wij zeggen dat Hij ondanks dit alles ons steeds goed heeft gedaan. Als ik mij in mijn overtuiging niet vergis, zult u door de Voorzienigheid uw weg meer en meer geëffend vinden. En toch is het mogelijk dat wanneer u zichzelf veilig waant, er iets gebeurt dat u plotseling weer angstig en bezorgd maakt. Een christen moet, net als een zeeman, niet verrast zijn als de wind verandert, maar de kunst leren om zich aan alle winden en weersomstandigheden aan te passen. En al lijdt menig arme zeeman schipbreuk, de arme christen zal de haven bereiken. O, het is een goede zeetocht, waarbij een onfeilbare Stuurman aan het roer staat, die de winden en het weer onder Zijn bevel heeft!

Ik ben de laatste tijd veel van huis geweest, waardoor mijn bezigheden vaak werden verstoord. Als ik geen hartelijke genegenheid voor u had, zou ik niet zoveel tijd hebben opgeofferd om u te schrijven op deze ene dag die sinds de laatste twee weken vrij gebleven is. Maar ik wilde u laten weten dat ik aan u denk, en dat ik in het minst deel in uw bezorgdheid wanneer ik u niet kan helpen. Het boek van de heer D. heb ik gelezen. Sommige dingen lijken mij sterk onderbouwd. In andere zaken heeft hij zich blootgesteld aan de nodige kritiek. En ik twijfel er niet aan dat hij die zal ontvangen. Ik verwacht weerleggingen, antwoorden, tegenantwoorden, enz. enz.; en zeg met Lea: “Gad, er komt een hoop!”

Wat grijnst de wolf, als hij de schapen en herders elkaar ziet bijten en verscheuren! En daar heeft hij reden toe. Hij weet dat ruzies en verdeeldheid veel zekerder middelen zijn om de Geest van Liefde te doven en de voortgang van het Evangelie te stoppen dan zijn oude versleten middelen van vuur en zwaard. Ik vertrouw er echter op dat wij allen van één hart en één geest zullen zijn wanneer wij ten slotte in de hemel zijn opgenomen. Wie wil, mag vechten en ruziën. Ik ben ervan overtuigd dat water noch vuur u en mij tot onenigheid zal kunnen brengen. Wij groeten u gezamenlijk. De Heere is genadig over ons.

Ik ben, enz.
6 Juli, 1776.

Download PDF
John Newton