Eenentwintig brieven aan zijn pleegdochter: Zesde brief

John Newton Brieven en bijbels dagboek

MIJN LIEVE KIND,

Ik vertel veel van mijn vrienden in den vreemde dat ik zo druk bezet ben dat ze geen brieven van mij moeten verwachten. Toch heb ik voorgesteld een nieuwe correspondentie met jou te beginnen, hoewel je tot hetzelfde huis behoort als ik. Ik zou graag willen dat je hier oog voor hebt – en ik geloof dat het zo is – en ook voor de vele andere gevallen waarbij ik, als de gelegenheid zich voordoet, het fijn vind om je te laten zien dat ik zielsveel van jou houd en alles wat in mijn vermogen ligt, wil doen om jou vooruit te helpen en een genoegen te doen. De Deere heeft jou in Zijn goede voorzienigheid aan mij geschonken als een gave en toevertrouwd als een pand. Tegelijkertijd heeft Hij mij grote liefde voor jou geschonken. Alles wat we doen voor hen die we liefhebben, doen we met vreugde. Bedankt voor je brief van gisteren. Die geeft mij moed om te hopen dat de genadige Zaligmaker klopt aan de deur van je hart. Het lijdt voor mij geen twijfel dat je schrijft wat je denkt en voelt. Je woorden hebben echter meer te zeggen dan jij en ik kunnen bevatten. Je bent, zoals je zegt, een zondaar, een jonge zondaar, een grote zondaar. Dat geldt niet alleen voor jou.

We zijn allen in zonde geboren. Het besef dat je een zondaar bent, is echter een weldaad die maar weinig kinderen van jouw leeftijd geschonken wordt. Moge de Heere die overtuiging levend houden in je hart. Het woord ‘zondaar’ houdt zo veel in dat een heel leven nog te kort is om ten volle te beseffen wat dat betekent. Ik hoop dat je al hebt geleerd dat een zondaar een Zaligmaker nodig heeft en dat Jezus de Zaligmaker is van alle zondaren die Hem zoeken. Ik vertrouw je aan Hem toe. Als Hij je enige kennis geschonken heeft, zal Hij je nog meer leren. Leg jezelf maar in Zijn handen en wacht geduldig Zijn tijd af. Hij werkt krachtdadig, maar wel meestal liefelijk en geleidelijk. Je weet dat de zon niet in één keer aan de hemel verschijnt in de donkere nacht. Eerst zien we de schemering van de dageraad die ons vertelt dat de zon opkomt en ons daarop voorbereidt. Langzamerhand wordt het zwakke licht helderder. We kunnen alles beter zien en verder kijken. De dag breekt aan en dan komt de zon op.

Jij moet tot Hem bidden, Zijn Woord horen en met aandacht luisteren als het gepreekt wordt. Ik vertrouw erop dat je meer licht zult krijgen en dat je moeilijkheden zullen afnemen. Ik wil graag dat je zo blijmoedig en rustig bent als mogelijk is. Blijmoedigheid is geen zonde. Evenmin is een ernstig gezicht een blijk van genade. Anderzijds wil ik niet dat je luchthartig of lichtzinnig bent. Dat is schadelijk voor je ziel en zal je belemmeren te zoeken wat je op je ernstige momenten het meest begeert. Ik weet dat je natuurlijke stemmingen kunnen wisselen en soms zelfs zeer veranderlijk zijn. Bedenk dan dat je een zondaar bent. Soms ben je ernstig genoeg. Als je je echter onrustig voelt, probeer dan te overdenken wat voor Zaligmaker Hij is. Zorg dat je geen harde gedachten van Hem hebt, alsof Hij streng en onverbiddelijk zou zijn en eropuit zou zijn om je te bedriegen. Laat je gedachten over Hem gevormd worden door de woorden van de evangelisten. Zij schrijven dat Hij zachtmoedig en nederig was tijdens Zijn leven op aarde. Hij was vervuld met medelijden en goedheid en Hij wilde medelijden hebben met allen die tot Hem kwamen. Hij wilde hen helen, helpen en onder wijzen. De evangelisten zullen je ook vertellen dat Hij vooral kinderen zeer liefhad. Dat zegt Hij Zelf. Je leest hoe Hij hen in Zijn armen nam, Zijn handen op hen legde en hen zegende. Als je daaraan denkt, schud dan alle sombere gedachten van je af, spreek tot Hem in je hart en zeg: ‘Heere, wilt U mij ook zegenen?’

Om gevrijwaard te blijven van verontrustende, onaangename gedachten of ze in elk geval te doen verminderen kun je het best altijd bezig zijn. Strijd tegen luiheid. Bid of je ervoor bewaard mag blijven. Beschouw luiheid als schadelijk en zondig. Lees Engelse en Franse boeken, schrijf en werk. Je moeder en ik willen allebei dat je hierin zo veel afwisseling aanbrengt als je zelf prettig vindt, maar we willen niet dat je lui bent. Nu is het de tijd om nuttige kennis te vergaren, om jezelf aantrekkelijk te maken, zodat je bekwaam zult zijn om de positie te vervullen die de Heere je toewijst. Ik zal je graag zoveel mogelijk helpen op mijn vakgebied, maar je weet dat ik slechts weinig tijd heb. God heeft je een goed verstand gegeven. Daarom heb je minder hulp nodig, als je jezelf tenminste niet te weinig inspant. Je kunt erop vertrouwen dat we doen wat we kunnen om je gelukkig te maken. Als we soms iets schijnen te doen wat tegen je zin is of je wensen niet inwilligen, kun je er zeker van zijn dat we daar een reden voor hebben. Je zult zo vaak met ons op reis gaan als wij gepast en goed achten. We zullen je niet thuislaten voor ons eigen plezier, maar omdat het niet goed voor jou zou zijn om te vaak elders te zijn. We hopen en verwachten dat een wenk en een woord voor jou genoeg zullen zijn. Dan zul je merken dat wij ons beijveren om te bedenken hoe we alles zo aangenaam mogelijk kunnen maken voor je. Omdat je graag gauw een brief wilde krijgen, heb ik zoveel geschreven, hoewel ik andere dingen te doen had en ik vanmorgen moet preken. Ik hoop spoedig van jou een brief te krijgen. De Heere zegene je.

Mijn lieve kind, ik ben je liefhebbende vader
10 januari 1781

Download PDF